Karim Amghar

‘Mbo’ers zijn de motor van onze verzorgingsstaat’

Wie werkt aan gelijke kansen in het mbo, kan niet om Karim Amghar heen. Als columnist, programmamaker, talkshow-gast, docent en bestuurder maakt hij zich hard voor ons beroepsonderwijs. En dit jaar verscheen zijn succesvolle boek 'Maar dat begrijp jij toch niet', waarin hij pleit voor een herwaardering van het mbo. Door mbo’ers onvoldoende te waarderen, laat de samenleving veel potentie liggen. En dat kunnen we ons niet veroorloven, zegt Karim Amghar. Uit eigen ervaring draagt hij oplossingen aan om deze talenten binnenboord te houden.

‘We hebben de luxe niet om mbo’ers onder te waarderen’

Vanwaar jouw pleidooi voor het mbo?

“De zorg is, naast de bouw, de grootste tekortsector in ons land. Er zijn ruim 60.000 mensen nodig in de zorg, met name in mbo-beroepen. En over acht jaar zullen dat er 190.000 zijn. Deze mensen zijn het fundament en de motor van onze verzorgingsstaat, we hebben de luxe niet om hen onder te waarderen. We zitten op de Titanic en hebben de ijsberg eigenlijk al geraakt. Het water staat ons tot de enkels maar we dansen door want we verdrinken nog niet.” Wat is het probleem?

“Het probleem is veelzijdig en groot. Het heeft onder andere te maken met status; dit zijn niet de beroepen waarover op feestjes wordt gezegd: ‘wow dat is die persoon die onze ouderen verzorgt, die onze samenleving draaiende houdt’. En de grootste kloof in ons land is die tussen hbo/wo en mbo, en die houdt zichzelf in stand. Kinderen van ouders met een hoger inkomen krijgen gemiddeld havo-advies, en kinderen van ouders met een lager inkomen een vmbo-kader-advies. Er zijn daardoor relatief veel mbo’ers met ouders die onvoldoende verdienen om hun kind alles te kunnen bieden om zich te ontplooien: een gezonde maaltijd, een rijke leescultuur en dat soort zaken.” “Dat zegt dus niets over de intelligentie van deze kinderen, wel over lagere verwachtingen. En als je lagere verwachtingen hebt van mbo’ers, zorgt dat ervoor dat ze zichzelf ook minder belangrijk gaan vinden. Dat heeft een impact op hun prestaties; een selffulfilling prophecy. Zo laten we ontzettend veel potentie liggen.” Wat is er nodig om mbo-studenten gelijke kansen te bieden?

“De ‘Aan-de-bak-garantie’ die Albeda geeft aan studenten van Rotterdam-Zuid vind ik een ontzettend goed initiatief. We weten wel dat er tekorten zijn in mbo-beroepen, maar voor ouders is dat vaak niet voldoende om toch te zeggen: ga maar naar het mbo. Ik kreeg zelf te maken met onderadvisering. Ik had havo-vwo-niveau gescoord maar kreeg het advies om niet te hoog te mikken en naar vmbo-kader te gaan. Wat als die leerkracht tegen mij gezegd had: Karim, mik hoog, ga voor een baan waar je als specialist een bijdrage levert aan het fundament van onze samenleving. Vaak hebben ouders toch nog de behoefte om dit te horen.” “Ook Albeda’s introductieweken voor eerstejaars, het studentenfonds en de ondersteuning met studentencoaches zijn mooie initiatieven. En dat schoolgebouwen buiten lestijd open blijven is heel belangrijk om een veilige ruimte te creëren voor studenten die thuis te veel stress ervaren om te leren. Dat zouden alle scholen moeten doen.” Wat zouden we bij Albeda nog meer kunnen doen?

“In mijn boek draag ik meer oplossingen aan. De uitwisseling van leerkrachten vind ik belangrijk: laat docenten van het hbo en wo maar lessen komen geven op het mbo, en andersom. En uitwisseling tussen studenten. Albeda en Erasmus Universiteit werken al samen in bepaalde projecten maar dat gebeurt nog te weinig.” “En ik zou het heel tof vinden als Albeda de eerste zou zijn die open dagen organiseert voor leerlingen van groep 7 en 8, ongeacht hun niveau. Initiatieven voor middelbare scholieren hebben meteen impact op je studentenaantallen, maar met groep 7 en 8 investeer je in de lange termijn. Misschien gaan ze na de basisschool wel naar havo of vwo, maar is het zaadje geplant en besluiten ze daarna om een mooi vak te leren.” En heb je tips voor onze lezers in het werkveld?

“Laten we medewerkers voldoende betalen met elkaar. Je moet het niet voor het geld doen, maar het is wel een voorwaarde; ook dat is waardering. En taal doet ertoe. Stop met zeggen dat mbo’ers ‘met hun handen werken en niet met hun hoofd’, want dat doet een verpleegkundige net zo goed. Noem je mbo-stagiairs of medewerkers vakspecialisten. En blijf werken aan gezamenlijke waardering en spreek dat uit. Meer mensen met een invloedrijke positie in de zorg zouden mogen uitspreken dat ze mbo’er zijn en daar trots op zijn.”

Meer weten? Meer weten over wat Albeda doet voor kansengelijkheid? Lees ook:

>> Prijswinnend introductieprogramma geeft eerstejaars een zachte landing over Albeda’s introductieweken in dit ZOZINE

>> Een kansrijke toekomst in de zorg voor jongeren op Zuid over de Aan-de-bak-garantie, in ZOZINE nr. 18.

>> Als een student door armoede niet naar stage kan over onze studentenondersteuning, in ZOZINE nr. 16

Is dit artikel interessant voor iemand in uw netwerk? Deel gerust!