Nieuwe stap in digitalisering onderwijs

Foto v.l.n.r. Katty van Ommeren, José van Opstal en Koina Zaman

ELO van de Rotterdamse Plus

‘Op welk moment zou jij deze mevrouw naar haar rollator helpen?’ De elektronische leeromgeving de Rotterdamse Plus leert studenten via animaties, films en vragen na te denken over reallife-zorgsituaties. ‘De ELO is een enorme aanwinst als aanvulling op het reguliere onderwijs’, vertelt José van Opstal die nauw betrokken was bij de ontwikkeling ervan. ‘Studenten kunnen niet meer leven zonder telefoon. Het ontwikkelen van een elektronische leeromgeving (ELO) met daaraan gekoppeld een app die op de telefoon van de studenten geïnstalleerd kan worden, lag dus voor de hand’, zegt José van Opstal, docent zorg & welzijn bij Albeda Zorgcollege. ‘De ELO geeft niveau 2-studenten verdieping en verbreding. Als je deze leeromgeving opent, verschijnen er allerlei opdrachten. Die zijn niet louter bedoeld om je diploma te halen, maar om de praktijk en de menselijke omgangsvormen beter te begrijpen. Er is bijvoorbeeld veel aandacht voor het welzijn van de cliënt. De ELO is een nieuwe manier van leren, ziet er aantrekkelijk uit en stimuleert zelfstandig werken. We merken dat deze methode dan ook goed valt bij de doelgroep.’ Tijdwinst Hanene Akdim die in het eerste jaar Dienstverlening zorg & welzijn zit, beaamt dit. Zij is enthousiast over de digitale toepassing: ‘De opdrachten in de ELO worden vaak ingeleid met een animatie of filmpje. Daarna volgen vragen waardoor je aan het denken wordt gezet. Soms heel praktisch: op welk moment zou je deze mevrouw met haar rollator helpen? Maar er zijn ook meer abstracte opdrachten: je kijkt een filmpje en je moet onder woorden brengen wat jou heeft geraakt of geïnspireerd. Heel afwisselend en daardoor boeiend. De docent bespreekt daarna de antwoorden met je.’ Koina Zaman, ook eerstejaars student Dienstverlening zorg & welzijn, is enthousiast over de nieuwe leermethode: ‘Filmpjes zijn veel aantrekkelijker dan leren uit een boek. In het filmpje wordt een praktijksituatie geschetst en daarover gaan de vragen. We snappen de opdracht meteen en dat scheelt veel tijd.’

‘Filmpjes zijn veel aantrekkelijker dan leren uit een boek’

Teamprestatie De ontwikkeling van de ELO van onderwijsprogramma de Rotterdamse Plus kwam tot stand in samenwerking met Zadkine, de gemeente en een aantal grote Rotterdamse zorginstellingen. AnewSpring levert het platform, de docenten uit de werkgroep hebben het inhoudelijk vormgegeven, ondersteund door ict-medewerkers van Zadkine en Albeda. Een externe partij verzorgt de animaties. ‘Bij de inhoud zijn we uitgegaan van vier kernwaarden’, vertelt José: ‘bejegening, zorg, samenwerken en omgaan met onbegrepen gedrag. De leeromgeving bestaat uit drie modules. Het begint met kijken naar jezelf. Hoe word jij graag bejegend en waarom ervaar je dat als aangenaam? De opdrachten in de tweede module zijn gericht op het observeren van de cliënt en het voeren van gesprekken met die persoon. In de derde fase, bestemd voor de tweede stageperiode, is er aandacht voor contact met mantelzorgers en familieleden. De ideeën voor de opdrachten zijn vooral vanuit de praktijk aangedragen.’ Bijvangst ‘Het ontwikkelingsproces met alle partijen samen verliep erg prettig. Ik heb er zelf veel van geleerd’, aldus José. ‘Maar nog belangrijker is dat het proces voor meer onderling begrip en inzicht heeft gezorgd: wie is nu eigenlijk die niveau 2-student, waar draait het in de praktijk om en hoe leert onze student het best? We zijn heel trots op de leeromgeving, die genomineerd is voor de aNewSpringaward: een prijs bedoeld voor digitale leeromgevingen (red. helaas niet gewonnen). Wat helemaal een leuke bijvangst is, is dat ook studenten die buiten de zorg stagelopen, bijvoorbeeld in het basisonderwijs en in de kinderopvang, de ELO gebruiken. Deze leermethode heeft dus veel potentie voor een doorontwikkeling.’